Mensen fokken nu meer dan ooit huisdieren. Er zijn maar weinig mensen die honden uitlaten als je een wandeling door een park maakt of zelfs maar door de straten loopt. In werkelijkheid accepteren veel locaties nu huisdieren, en op verschillende locaties zijn dierencafés beschikbaar. Mensen willen om verschillende redenen huisdieren. Sommige mensen willen ze houden als loyale vrienden en metgezellen, sommige mensen willen ze houden vanwege hun schoonheid, en sommige mensen willen ze houden vanwege hun ongewone en unieke eigenschappen. Mensen houden al heel lang huisdieren. De eerste bekende honden werden meer dan 14.000 jaar geleden gedomesticeerd. Sindsdien zijn mensen allerlei soorten dieren als hun eigen dieren blijven houden, waaronder honden, katten, vogels, konijnen, hamsters, vissen en meer. Mensen raken steeds meer geïnteresseerd in het houden van huisdieren. Sterker nog, de huisdierenindustrie groeit. In de Verenigde Staten is de huisdierenindustrie een industrie van $72 miljard. De verwachting is dat deze sector zal blijven groeien. Sommige mensen kiezen ervoor om huisdieren uit opvangcentra te adopteren in plaats van ze bij fokkers of dierenwinkels te kopen.
Alleen al in de Verenigde Staten worden jaarlijks bijna 25 miljoen dieren gebruikt voor experimenten. Honden, katten, konijntjes, varkens, lammeren, apen en andere wezens behoren daartoe. Ze worden opgesloten in kleine kooien waar ze onder dwang chemicaliën krijgen toegediend, gaten in hun schedels worden geboord en andere pijnlijke procedures ondergaan. De gelukkigen worden geëuthanaseerd als hun kwelling voorbij is. Veel anderen worden echter in de steek gelaten en sterven vaak omdat ze ziek zijn en niet voor zichzelf kunnen zorgen. Er is geen wet die laboratoria verplicht om huizen te vinden voor de dieren die ze niet langer nodig hebben, dus wordt het lot van deze wezens vaak overgelaten aan het oordeel van individuele wetenschappers. Als gevolg hiervan worden veel dieren die bij experimenten worden gebruikt, eenvoudigweg gedood als het onderzoek klaar is. Er zijn een aantal dierenrechtenorganisaties, zoals People for the Ethical Treatment of Animals (PETA), die zich inzetten om de wreedheid van dierproeven aan het licht te brengen en te lobbyen voor strengere regelgeving. Deze groepen bieden ook ondersteuning aan wetenschappers die alternatieven willen vinden voor het gebruik van dieren in hun onderzoek.
Dierproeven worden ook wel ‘dierproeven’, ‘dierproeven’ en ‘dieronderzoek’ genoemd. Het wordt gebruikt om de veiligheid en effectiviteit van een product te evalueren en om te begrijpen hoe het menselijk lichaam functioneert. Er zijn drie soorten dierproeven: In-vitro-experimenten worden uitgevoerd met cellen of weefsels die uit het lichaam zijn verwijderd. In vivo experimenten worden uitgevoerd met levende dieren. In silico-experimenten worden uitgevoerd met behulp van computermodellen. Dierproeven worden door sommige mensen als een noodzakelijk kwaad beschouwd, terwijl anderen geloven dat het een inhumane en wrede praktijk is. Het debat rond de ethiek van dierproeven is complex en vaak emotioneel. Degenen die dierproeven steunen, doen dit om verschillende redenen. Zij beweren dat dierproeven noodzakelijk zijn voor de vooruitgang van de medische wetenschap en dat dit heeft geleid tot de ontwikkeling van levensreddende behandelingen en vaccins. Ze beweren ook dat de dieren die bij experimenten worden gebruikt, goed worden verzorgd en dat hun rechten door de wet worden beschermd. Degenen die tegen dierproeven zijn, doen dit om verschillende redenen. Zij beweren dat het wreed en inhumaan is om dieren te gebruiken voor experimenten. Ze beweren ook dat er alternatieve onderzoeksmethoden bestaan waarbij geen dieren worden gebruikt.
De testindustrie onderwerpt dieren vaak aan tests die op het punt staan marteling te worden. Dieren worden vaak speciaal gefokt om mee te experimenteren. De tests op dieren zijn vaak pijnlijk en soms dodelijk. Dieren ervaren angst en lijden tijdens experimenten. Dieren kunnen geen toestemming geven om mee te experimenteren. Proefpersonen kunnen gedwongen worden verslaafd te raken aan drugs, of worden blootgesteld aan HIV of andere dodelijke ziekten. Naast de ethische problemen die met dierproeven gepaard gaan, zijn er ook wetenschappelijke problemen. Dieren reageren anders op medicijnen en andere stoffen dan mensen. Dit betekent dat de resultaten van dierproeven mogelijk niet accuraat zijn wanneer ze op mensen worden toegepast.
Over de auteur: Dr. Faith Whitehead; is een erkend dierenarts en onderzoeker.